Vraag vanuit de praktijk! Graag jouw reactie.
De laatste maanden vóór de zomervakantie heb ik een langdurige vervanging gedaan. Ik werkte 2 dagen in de week in een kleutergroep van een zgn. “nieuwkomersschool”, dus een school voor o.a. asielzoekerskinderen die nog helemaal geen Nederlands spreken. Ze gaan hier dan maximaal 40 weken naar school om de taal te leren om vervolgens door te stromen naar het reguliere onderwijs.
Ik vind het op zich een hele leuke en uitdagende doelgroep om mee te werken. Maar…. je raadt het misschien al, ook hier stuit de manier waarop kleuters moeten werken mij best tegen de borst.
Uiteraard is alles gericht op mondelinge taal in het Nederlands. Tot zover begrijpelijk. Maar waarom krijgen deze kleuters zo weinig beweging op een dag? Ze spelen 2 keer per dag niet meer dan een half uurtje buiten; ik vind dat echt veel te weinig. Hoe staan jullie daarin?
Verder zijn er per dag zo’n 5-6 kringactiviteiten; de eerste is van zo’n 3 kwartier (in de ochtend), vind ik te lang voor een kleuter. De andere momenten duren zo’n 15-20 minuten per keer. Daartussen zijn er dan korte speel/werk momenten en 2 keer buitenspelen (ochtendpauze en lunchpauze).
Wat vinden jullie van deze manier van werken met kleuters? Ook al snap ik dat deze kinderen in een korte tijd het Nederlands moeten leren, dat wil voor mij niet zeggen dat er getornd moet/mag worden aan speel/werktijden en buitenspeeltijd.
Ben erg benieuwd wat jullie van deze werkwijze vinden met anderstalige kinderen.
(Je reactie mag onder dit bericht maar ook per mail naar lidaboonstra@onzekleuterklascommunity.nl).
Ik ben bekend geweest met het werken met anderstaligen, maar deed dat als stimuleringsleidster. Tegenwoordig RT Ik ging dan in kleine groepjes hún taalontwikkeling stimuleren met taalspelletjes, gebruikte daar ook ontwikkelingsmateriaal bij. De overige kleuters volgden gewoon het lesrooster. Taalontwikkeling voor deze kinderen 15 tot 20 minuten. Muzikale vorming ook zo ongeveer tot 30 minuten door veel bewegen er in. Spelen/werken een uur. Buitenspelen een uur inclusief 5 minuten opruimen. Ik zong heel veel. Ook om de aandacht van de kinderen te vragen. De kracht van herhaling. Gebruik maken van mimiek en gestiek bij de didactiek. In de speelzaal maximaal een half uur. En op de Barg werd zo’n les in het werklokaal voorbereid door warme kleding daar achter te laten, netjes opgevouwen. Ook het fruiteten had nut voor de taalontwikkeling. Een intro lied, tassen uitdelen, bakje of beker openen en dit alles ondersteunen met spreken. Kijken wat er in zit en benoemen. Kortom spelenderwijs. Het luchtig houden.