Huishoudelijk

Tafel stoffen

Inleiding:

‘Ik ga jullie leren, hoe je een tafeltje af moet stoffen.’

Kern:

Ik pak ’t bloempotje en breng het naar de vensterbank. Dan haal ik de stofdoek uit het mandje en stof het blad van het tafeltje af. Dan loop ik naar een geopend raam en klop de stofdoek duielijk buiten het raam uit.
Dan vouw ik de stofdoek weer netjes op en leg het terug in het mandje. Wanneer ik daarmee klaar ben, pak ik het plantje en ze het terug op het tafeltje.

Dan zeg ik:

Slot:

‘Zo hoort het!’

Koper poetsen

Inleiding:

‘Ik ga jullie leren, hoe je koper moet poetsen.’

Kern:

Ik heb alles al op een tafeltje voor mij staan. Ik steek een vinger in het doekje en pak voorzichtig een beetje poets. Dan wrijf ik alle deeltjes goed in. Daarna ga ik het met een ander doekje uitwrijven. Dit duurt langer dan het inwrijven en is ook veel krachtiger.

Tot slot zeg ik:

Slot:

‘Zo hoort het!’

Beleefdheid

Iets aangeven

Inleiding:

‘Ik ga jullie leren, hoe je een potlood aan moet geven.’

Kern:

Ik pak het potlood in mijn rechterhand en laat duidelijk zien dat ik de punt in mijn hand heb. Dan kijk ik degene aan die ik het potlood wil geven. Ik geef het en zeg alsjeblieft.

Dan zeg ik:

Slot:

‘Zo hoort het!’

Orde

Stoel onder tafel zetten

Inleiding:

‘Ik ga jullie leren, hoe je je stoel onder je tafel moet zetten.’

Kern:

Ik pak een stoeltje met twee handen vast. Til het op en zet het onder het tafeltje zonder te schuiven. Ik laat goed zien dat mijn vingers ertussen kunnen.

Als het klaar is zeg ik:

Slot:

‘Zo hoort het!’

Kaarsje uitblazen

Inleiding:

‘Ik ga jullie leren, hoe je een kaarsje uit moet blazen.’

Kern:

Ik breng mijn rechterhand achter het kaarsje. Daarna blaas ik, niet te ver van het kaarsje, maar ook niet te dichtbij, het vlammetje uit.

Dan zeg ik:

Slot:

‘Zo hoort het!’